Beste Hab en Moe,
We zijn weer in een hotel aangeland, vandaar de mogelijkheid om weer eens een
iemeeltje te versturen. Gisteren hebben we na veel vijven en zessen onze camper in Las
Vegas terug gebracht. Heerlijk zo’n huiskamer op wielen inclusief keuken, gasoven,
microwave oven, toilet, douche en zelfs een zolder. We dachten zelf een nogal grote
camper te hebben (bijna acht meter lang en vier meter hoog), maar wat sommige
Amerikanen als camper betitelen, daar is bus 35 niets bij vergeleken. Een ontzettend
lange en hoge autobus, waarin een hele schoolkklas gemakkelijk een wekenlang
schoolreisje kan houden, voorzien van alles wat wij al hadden, aangevuld met vaatwasser,
breedbeeld televisie, zithoek, staande schemerlamp en electronisch openhaardvuur. Zo
gauw ze stil staan wordt de rijdende bungalow automatisch waterpas gezet en blijkt er
een soort serre uit de zijkant van bus 35 te komen: een zijkamer erbij. Vervolgens wordt
er een kamerbreed tapijt voor de bungalow uitgerold en worden er de nodige stoeltjes op
neergezet. Voor iedere inzittende een stoel, waarbij de leeftijd van de inzittende de
grootte van de stoel bepaald. Daarna wordt er een soort kerstverlichting om de inmiddels
automatisch uitgerolde zonneluifel geinstalleerd. Je verwacht ieder moment een opblaas
kerstboom of een doe-het-zelf kerstman. Nadat alles gereed is gaat iedereen weer naar
binnen en kijken dan naar de breedbeeld televisie, waarbij gebruik gemaakt wordt van de
reeds buiten geplaatste mobiele schotelantenne (moest nog handmatig neergezet worden:
hier valt nog iets te verbeteren). Vaak zitten er slechts drie mensen in deze wonderen van
moderne gemakzucht: opa, oma en een altijd te dikke kleinzoon (heel opmerkelijk het lijkt
wel alsof Amerikaanse grootouders geen kleindochters hebben). Jullie begrijpen dat we
met de nodige verbazing en het nodige gegniffel deze cultureshock ervaren hebben.
We zullen onze camper wel missen: het kabaal als we een door een diepe kuil reden, de
openvliegende laatjes bij elke scherpe bocht die we maakten, het nerveuze gepiep als we
achteruit rijden, maar vooral het gemak waarmee de kindertjes tijdens de rit zich door de
wagen kunnen bewegen en elkaar dwars kunnen zitten.
Op dit moment zijn we in Bakersfield aangeland. Dat ligt in het midden van Californie.
Gisteren een nogal lange tocht (ongeveer 700 kilometer) vanuit Las Vegas hier naartoe
ondernomen. Door nogal wat perikelen bij het ophalen van onze huurauto (we gingen
onze auto ophalen bij een vestiging van de verhuurder in het centrum van Las Vegas,
maar de huurauto bleek klaar te staan bij het vliegveld!), hebben we pas laat afscheid
genomen van Las Vegas. We zijn uiteindelijk pas half twee in de middag vertrokken. Het
verschil tussen Las Vegas en de omliggende omgeving is enorm: het ene moment zit je nog
in het centrum van een groot, krankzinnig, druk, commercieel uitgaanscentrum, waar alles
te koop is, je rijd tien kilometer en je zit in een volslagen onbewoonbare, desolate en kale
woestijn. Hooguit na honderd kilometer een zwaarbewaakte Amerikaanse gevangenis
(het is op dit stuk verboden ‘hitchhikers’ op te pikken. Ook zie je hier en daar nog in de
verte een bouwval van een krot, dat dienst doet als woning van een verdwaalde Palute
indiaan. Leuk is wel dat die indianen soms langs de weg een aantal vervallen
brievenbussen hebben staan. Denk dat je op deze plek weinig last hebt van overbodige
folders in je brievenbus.
Ons doel was om op onze rit van Las Vegas terug naar Califonie, door Death Valley te
rijden. Dit is een gebied waar, afgezien van een aantal ratelslangen en schorpioenen, door
geen enkel levend wezen bewoond wordt. Het warmste gebied (het was een relatief
koude dag: 104 graden Fahrenheit oftewel ongeveer VEERTIG graden Celsius) en het
laagste gebied (190 voet onder zeeniveau oftewel ongeveer ZESTIG meter onder
zeeniveau (en we dachten nog wel dat Alexanderpolder zo laag was)) van de Verenigde
Staten. Het is een geweldig natuurschoon, bergketens in allerlei kleuren, zandduinen met
kleine beginnende tornado’s (twisters), zoutvlaktes, verdroogde moddervlaktes en alles in
de meest prachtige en afwisselende kleuren. Vaak in de zinderderende hitte uitgestapt
omdat een en ander weer vastgelegd moest worden op de gevoelige plaat. (Judith is
inmiddels al weer aan haar tiende fotorolletje bezig). Mooier nog dan de overweldigende
natuur zijn de benamingen van de gebieden die de onherbergzaamheid en de dreiging van
de omgeving perfect weerspiegelen: Stovepipe Wells, Furnace Creek, Devil’s Golfcourse,
Devil’s Cornfield, Dante’s View, Funeral Mountains. Heet, dreigend en angstaanjagend.
Kortom, we hebben genoten.
Uiteindelijk om half negen in Bakersfield gearriveerd. Hotel gevonden met een “Deluxe
Continental Breakfast”. Dit bestaat dan uit een bak slootwater, aangevuld met klef,
geglazuurd gebak, dat vanwege het suikergehalte ongetwijfeld gesponsoord wordt door
de lokale tandarts organisatie. De koffie is meer dan smerig. Hoe groot je kop ook is,
de bodem is altijd zichtbaar.
De kinderen liggen op een eigen kamer en amuseren zich daar prima. Kijken natuurlijk
veel te lang televisie (ongeveer vijftig verschillende kanalen beschikbaar). Overigens is er
voor ons soms ook veel kijkgenot op televisie.
Zo zijn er zenders die alleen maar weerberichten uitzenden: Weatherchannel vierentwintig
uur per dag hoge- en lagedruk gebieden, terugblikken en voorspellingen, neerslag- en
zonprognoses, thunderstorm expectations, hoogste en laagst gemeten temperaturen, travel
advises. Vierentwintig uur lang informatie, slechts onderbroken door de broodnoge
commercials.
Uiteraard ook zenders die gewijd zijn aan de religie. De televisiedominee is hier tenslotte
uitgevonden. Het zijn altijd welvarende, gezette vijftigers met een volle bos haar , zonder
bril of snor (helaas geen baantje voor Gertjan dus), in een donker kostuum met een veel
te dure stropdas. Tijdens de dienst wordt vooral de nadruk gelegd op het feit dat het
heilswerk dat verricht wordt veel geld kost. Het overmaken van de financiele bijdrage is
de essentie van de liturgie. Zonder te tellen is duidelijk dat het woord “geld” meer
gebezigd wordt dan “liefde” of “geloof”. Je ziet de televisiedominee in gedachten na afloop
van de dienst vertrekken in hun grote wagens naar hun grote bungalows, om voor de
open haard een goed glas whiskey te drinken. Tijdens zo’n uitzending worden ze vaak
bijgestaan door een stel volgelingen, die zoveel mogelijk op de baas proberen te lijken, en
ongetwijfeld op een of andere manier meeprofiteren van het heilswerk van de Grote
Geldklopper. Met koppen waar het gironummer vanaf straalt, bedelt welvarend Amerika
zich zo een weg naar een eigen zwembad en dure auto. Tijdens een uitzending blijft altijd
het telefoonnummer in beeld dat gebeld moet worden om geld over te maken. Ook is
altijd de vrouw van de dominee in beeld. Met een door periodieke facelift
strakgestrokken mond, moet zij de weldaad en de liefde belichamen, die haar man maar
niet uit wil stralen. Kortom hier kunnen we ook al uren met verbazing naar kijken.
Het moge duidelijk zijn, dat we ons in dit land van Duizend Mogelijkheden nog steeds
kostelijk (jammergenoeg verre van kosteloos) (overigens is het in de nieuwe spelling nu
kostenlijk en/of kostenloos: we weten het niet meer) amuseren. Vandaag op pad naar
Sequoia National Park. Reusachtige bomen: een soort omgekeerde bonzai. Typisch
Amerikaans: alles moet groter en indrukwekkender.
Gertjan en Judith